Jammer genoeg bestaan er wel wat misvattingen omtrent donoren en hun intenties. Er bestaat over het algemeen weinig bewustzijn rond donorconceptie in zijn totaliteit. Wanneer de media ruimte maakt voor berichtgeving omtrent donorconceptie, kleurt deze vaak negatief. Of is deze onvoldoende genuanceerd. We voelen dus de noodzaak om bestaande misvattingen te kaderen en te nuanceren waar mogelijk.
Het is bij wet verboden om iets te verdienen aan het doneren van sperma en/of eicellen. Donoren krijgen vergoeding voor onkosten. Toch was het voor veel studenten wel een handige en makkelijke manier om extra geld ter beschikking te hebben. Maar welke onkosten hebben bijvoorbeeld spermadonoren? De verplaatsingskost? Die kan vertaald worden naar een kilometervergoeding. Het materiaal dat nodig is om de gedoneerde cellen in de bewaren, wordt aangedragen door het ziekenhuis dus is voor de donor zelf geen onkost. Daar donoren 20-50 euro ontvangen is dit dus vermoedelijk wel meer dan enkel de effectieve verplaatsingskost.
Ze krijgen dus ook een vergoeding voor de moeite die ze doen door tijd te voorzien om op en af te gaan naar het ziekenhuis/spermabank. Hoe dan ook gebruiken fertiliteitsartsen een 'grondstof' die ze zo goed als gratis aangereikt krijgen. De kostprijs om het sperma te onderzoeken en te bewaren, kan volgens ons de hoge kostprijs die aan wensouders niet verklaren of verantwoorden. We durven dus te stellen dat als er effectief aan donorconceptie geld verdiend wordt, het niet de donoren zijn die hieraan verdienen. En dus lijkt dit een belangrijke misvatting te zijn die we willen kaderen in functie van het bijdragen aan een correcte beeldvorming. Al geloven we dat het verhaal wel anders is wanneer we over een massadonor spreken.
Recent kwam in Nederland aan het licht dat fertiliteitsklinieken jarenlang donoren te veel/te lang hebben gebruikt. Maar liefst 85 spermadonoren hebben veel meer dan 25 donorkinderen. Sommige donoren worden zelfs geconfronteerd met het feit van meer dan 50 tot zelfs 75 nakomelingen.
Een getroffen spermadonor maakt daarbij terecht een opmerking. Deze donoren hebben niet zoveel nakomelingen omdat ze daar zelf voor kozen maar door 'contractbreuk' of 'woordbreuk' van de behandelende artsen.
Daar waar een donor zoals Jonathan Meijer terecht een label als 'massadonor' krijgt omwille van: het niet weten van ophouden, doelbewust internationaal doneren in vele klinieken/spermabanken, aansturen op seksueel contact omdat de slaagkans op natuurlijke wijze groter zou zijn, zijn sperma mixen met dat van een andere donor zonder medeweten van de wensmoeder,.. Is het terecht om spermadonoren, die door de onethische keuzes van fertiliteitsartsen/-klinieken, een te groot aantal nakomelingen blijken te hebben, niet over dezelfde kam te scheren. Daarom wil deze donor de term 'boventallige donor' introduceren. Bij Alote vinden we dat 100% terecht en zullen we die term ook mee gebruiken om het belangrijke onderscheid te maken.
Wij zijn daarom ook bezorgd in welke mate Belgische donoren met deze realiteit zullen worden geconfronteerd. We willen immers niet naïef zijn en gaan er vanuit dat dit zich eveneens in België is gebeurd/gebeurt.
Er zijn zeker donoren die anonimiteit verkiezen boven alles. Maar velen gaven destijds bij de donaties zelf via het ziekenhuis al aan dat ze gecontacteerd mogen worden. Of dat bepaalde informatie gedeeld mag worden. Afhankelijk van de periode waarin de donor doneerde, kreeg deze soms zelfs letterlijk te horen 'Als je zo begint, dan stopt het hier al.' Zo kregen donoren die bekend wilde zijn of vindbaar wilde zijn, daartoe niet de kans.
Als je podcasts beluistert, hoor je dat er ook donoren bestaan die het ok vinden dat bepaalde informatie gedeeld wordt met de wensouder(s)/donorkinderen. En zelfs dat er een bepaalde vorm van daadwerkelijk contact mogelijk is. Heel wat donoren veranderen doorheen de tijd van visie omtrent anonimiteit en begrijpen naderhand dat het niet eerlijk is om bepaalde informatie 'verborgen' te houden tav het kind. Zij willen het welzijn en het belang van het kind dan vooropstellen. Het is een proces dat veelal later op gang komt.
De meeste spermadonoren doneerden via een officiële spermabank. Via deze weg is er medische controle en begeleiding. Dat wil ook zeggen dat het ziekenhuis een donor kiest voor de wensouder op basis van de uiterlijke kenmerken die door de wensouder worden opgegeven. Als wensouder kan je dus niet zelf een donor kiezen aan de hand van bijvoorbeeld opleidingsniveau, soort uitgevoerde job, leeftijd,...
Naast de officiële spermabanken waarmee fertiliteitsafdelingen werken, kan je als wensouder ook zelf online opzoek naar een donor. Zo zijn er allerhande websites, facebookgroep, apps,... waar donoren en wensouders elkaar kunnen zoeken/vinden. Via deze weg is er helaas helemaal geen controle op het gedrag van donoren. Zijn ze fysiek, medisch in orde? Zijn ze psychisch, emotioneel stabiel? Handelen ze volgens ethische grenzen of schieten ze door? Is de kwaliteit van hun sperma van die aard dat ze effectief vruchtbaar zijn? Zijn ze eenzaam en zoeken ze gewoon op deze manier contact met anderen? Of zoeken ze seks en is het doneren enkel bijzaak? Een mogelijk risico aan dergelijke keuze en de niet te overziene gevolgen daarvan zijn te zien in de Netflix documentaire 'The man with 1000 kids'.
Daarnaast zijn er ook nog bijvoorbeeld 'European Sperm Bank' en 'Cryos International'. In eerste instantie lijkt het alsof je een webshop bekijkt met spermadonoren. Je kan zoeken naar een passende donor. Je ziet een naam, de lengte, de kleur ogen, de kleur haar, soms een kinderfoto, je kan de stem beluisteren, de motivatie, hun handschrift zien,... Het lijkt dus alles behalve om anonieme donoren te gaan. Maar de Belgische Wetgeving zorgt er toch voor dat als je een account aanmaakt om effectief donorzaad te bestellen van een gekozen donor, dit niet mogelijk is. Eens ingelogd kan je geen gegevens meer zien en niet zelf kiezen. Ook fertiliteitsafdelingen kopen vaak zaad aan bij deze spermabanken waardoor er geen zicht is op hoe vaak deze donor reeds gebruikt is, bij hoeveel gezinnen, voor hoeveel kinderen, in hoeveel landen,...
Er zijn dus wel heel wat facetten aan deze praktijk gecommercialiseerd waar dat niet zou mogen.
Soms betichten mensen de spermadonor in het algemeen van slechts zoveel mogelijk nakomelingen te willen. Maar zonder enige vorm van verantwoordelijkheid te willen dragen.
Voor de meeste spermadonoren die hun verhaal reeds deden, is dit niet zo. Integendeel, ze hebben enkel het voornemen om andere mensen te willen helpen bij hun kinderwens.
Doordat er helaas eerder een schaarste is aan spermadonaties en de vraag wel blijft bestaan of zelfs toeneemt, ontstaat er soms een tekort. In het verleden werd daardoor wellicht eenzelfde donor dan gevraagd om extra te komen doneren. Of doen fertiliteitsklinieken beroep op commerciële spermabanken om hun tekorten aan te vullen. Daardoor wordt het zaad van een spermadonor wellicht ook vaker dan gepland en over een veel groter internationaal grondgebied gebruikt. Dit met heel wat nare gevolgen voor de kinderen die uit deze donaties geboren worden.
Wettelijk gezien mag in België het zaad van eenzelfde donor gebruikt worden bij maximaal 6 gezinnen. Binnen elk gezin mogen meerdere kinderen geboren worden van dezelfde donor. Dus dat leidt vaak tot toch al een aanzienlijk aantal kinderen per donor. Dat is echter het gevolg van een gebrek aan controle op de praktijk van artsen en fertiliteitscentra. Meer dan door het toedoen van de donor zelf.