Je besliste (of overweegt) om je vindbaar & bereikbaar op te stellen voor zoekende donorkinderen. Je wil dus uit de anonimiteit stappen.
Wat nu? Je registreren in een dna databank. We nemen je graag mee doorheen de zaken waarbij je even moet stilstaan alvorens je die stap zet.
Er is enerzijds de dna databank van het Afstammingscentrum. Dat wordt beheerd door het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid (CME) , verbonden aan het UZ Leuven. En anderzijds zijn er de internationale, commerciële databanken. De drie grootsten zijn: Ancestry, 23andme, MyHeritage.
De dna databank van het Afstammingscentrum is nog jong. Ze heeft dus nog meer tijd nodig om te groeien. Deze dna databank is uiteraard waardevol wanneer zowel donorkinderen als donoren hun dna hierin laten opennemen.
Sommige donorkinderen kiezen enkel voor commerciële dna databanken omdat de zoekmogelijkheden daarin veel groter zijn. Voor donorkinderen is dit veel interessanter omdat zij vaak ook op zoek zijn naar informatie over halfzussen en halfbroers.
Sommige donoren kiezen enkel voor de databank via het Afstammingscentrum omdat ze zich daar veiliger bij voelen. Zij willen vooral vindbaar zijn en hebben zelf geen nood aan kunnen zoeken verder dan de eerste graag verwantschap. Het is dus goed om weten dat er dan mogelijk geen matches komen.
Dit is in dergelijk geval een jammere zaak omdat beide partijen open staan voor contact maar niet gematched kunnen worden omdat ze in een andere databank actief zijn.
Het is dus voor zowel donorkinderen als voor donoren goed om zich bewust te zijn van deze realiteit. Hopelijk krijgt het Afstammingscentrum in de toekomst wel de toelating van de wetgever om verder dan 1e graad te zoeken waardoor het ook voor donorkinderen interessanter wordt om voor de dna databank van het Afstammingscentrum te kiezen.
Bovendien zijn er ook wensouders die kiezen om zichzelf en hun jonge kinderen in een commerciële dna databank te registreren. Deze ouders gaan pro-actief al op zoek naar dna-matches van hun kind om dichte verwanten te vinden. Deze kinderen zijn zelf nog niet oud genoeg om zelf de vraag aan het Afstammingscentrum te stellen waardoor zij dus ook nog niet in hun databank zijn opgenomen. Deze ouders gaan zoeken via stamboomonderzoek. Maar als jongere donoren zich zouden registreren in een commerciële dna databank dan zouden deze ouders ook geen massa's tijd moeten steken in het zoeken.
Er zijn dus gedegen redenen om donoren aan te raden zich in zowel de dna databank van het Afstammingscentrum als in deze van een commerciële dna databank te registreren. Dit om de kans op matches te vergroten en dus sneller in contact te kunnen komen met verwanten.